DE HOBBYFOKKER AAN HET WOORD

 

St. de With en Zn.
Steven de With, een begrip in de Zuid-Hollandse geitenhouderij en een hobbyfokker van formaat. Daarom deze keer in “De Geitenhouder” zijn verhaal.
“Het zal begonnen zijn rond 1975. We hadden toen een bruine geit met horens en een paar dwerggeiten, vooral omdat de jongste zoon het leuk vond.
In 1976 zijn we lid geworden in Lexmond, waar we op de keuring in 1977 een derde prijs kregen. Op de volgende keuring stond onze geit in een groep van twee. Hoera, vond m’n zoon, dan krijgen we nu geen derde prijs. Toch wel, want er werd in deze groep geen eerste prijs toegekend en wij kregen weer de derde prijs.
In 1980 kochten we bij Nieuwhof “de oude Martha”. We hadden toen al wat meer Witte geiten en haalden voorzichtig eerst wat prijzen. (Nog geen 1A hoor).
Steven de With en dochter Gerda boenden de geiten altijd voor elke keuring.
In 1984, we hadden toen negen Witte geiten, kochten we onze eerste bok samen met buurman Bos. Toch liepen we al eens mee voor het kampioenschap, maar kampioen worden, dat lukte pas in 1990 met Selma. Deze geit werd drie jaar op rij dagkampioen van de Kring.
1992 was een topjaar voor ons. Kringkampioen Selma, beste lam, Goveka kampioen, Vebo kampioen en Clara werd kampioen productieklasse.
Natuurlijk verkopen we ook wel eens geiten, maar alleen goede geiten. Je hebt een naam op te houden en al wat matig is gaat weg voor de dood.
Ik voer de geiten hooi, biks, haver en pulp. Ze krijgen nooit kuilgras. Eén keer per jaar worden de geiten met de rugspuit ontluisd en om de twee à drie maanden wordt alles ontwormd”.
Steven de With had de beste eigenaarsgroep op de Nationale tentoonstelling in Barneveld.
Na dit verhaal, wat gedaan werd aan een tafel die vol lag met plakboeken, krijg ik een rondleiding van mevrouw Tinie de With.
Negentien grote geiten zijn er nu en wat zien ze er stuk voor stuk prachtig uit.
Zoon Jan melkt sinds vorig jaar de geiten machinaal in een schitterende melkstal op de deel.
In “het zomerhuis” verblijven de geiten die nog niet gelamd hebben en een enkele geit met zuiglammeren. Alles ziet er piekfijn uit.
Tijdens een laatste kopje koffie naast de prijzenkast, waarin meer dan 50 bekers, “vazen”, hele ornamenten en zelfs barometers staan, komt zoon Jan met de pas aangekochte trots de kamer in. Bok Peter, de trots van de familie. Hij mocht bij mij op schoot, heel gezellig.
We hebben niet eens gepraat over het met goed gevolg afgelegde keurmeesterexamen of over het feit dat hier al jaren “geprikt” wordt.
Als ik weg ga zegt Steven nog: “Goede geiten kopen is geen kunst, een goede bok kopen wel en … oppassen is wel 80%”.
Steven de With, een begrip in de Zuid-Hollandse geitenfokkerij.
Gerda Clements
"De Geitehouder", mei 1993

 

WWW.WITTEGEITEN.ORG